Nat jaar maakt mechanische onkruidbestrijding lastig
Op de demovelden van uienkenniscentrum UIKC zijn dit jaar nieuwe proeven aangelegd. Met name voor de onderzoeken rond mechanische onkruidbestrijding en plantweerbaarheid is 26 augustus veel aandacht op de Uiendag. ‘We laten zien in hoeverre chemische onkruidbestrijding kan worden vervangen door mechanische onkruidbestrijding’, legt adviseur Luc Remijn van Delphy uit.
‘Voor mechanische onkruidbestrijding was het geen makkelijk jaar’, stelt Remijn. ‘We konden op het moment dat het nodig was niet altijd het land op omdat het te nat was. Daarom zie je dit jaar in de proefvelden met mechanische onkruidbestrijding ook nog wat onkruid staan. In natte jaren moet chemie meer doen, in droge jaren kan meer mechanisch.’
Remijn is naast teeltadviseur bij Delphy namens UIKC medeorganisator van de Uiendag die donderdag wordt gehouden op Proefboerderij Rusthoeve in het Zeeuwse Colijnsplaat.
Omdat een ui een open gewas is, krijgen onkruiden kans om te kiemen. De uitdaging is om de uien zo lang mogelijk onkruidvrij te houden. In de proef met mechanische onkruidbestrijding is geëxperimenteerd met een brander en een eg van Treffler. Ook is een schoffelbalk met een Steketee -torsiewieder gebruikt.
In natte jaren is chemie geschikter dan mechanische onkruidbestrijding
Verlies van middelen
De proef sluit mooi aan op de herbicideproef, waar wordt onderzocht welke chemische middelen het meest effectief zijn in de uienteelt. Sinds dit jaar is er een verbod op Pyramin en Chloor-IPC, volgend jaar zijn ook bromoxynilmiddelen niet meer toegelaten. Remijn: ‘In twee jaar tijd verliezen we drie belangrijke middelen, waardoor het steeds moeilijker wordt onkruid chemisch te voorkomen.’
Dit jaar is ook gekeken naar de verbeterde weerbaarheid van uien. Bij deze proef, in samenwerking met ketenproject Uireka, zijn drie teeltsystemen met elkaar vergeleken: vlakvelds, op witlofruggen en op bedden.
De uien in de ruggen- en beddenteelt hebben dit jaar minder last van de vele neerslag die op het proefveld is gevallen, wat kan leiden tot een betere beworteling en gewasstand. Daardoor is het gewas later in het seizoen weerbaarder en heeft het minder last van bijvoorbeeld fusarium of witrot.
Remijn: ‘Bij de proef met de witlofruggen zien we tot nu toe minder waterschade. Ook zijn er wat kleurverschillen, maar verder zijn de verschillen nog niet heel groot.’
Zaaihoeveelheid verdrievoudigen
Bij de proef met de ruggen op 50 centimeter rijafstand worden de uienzaadjes bovenin de rug gezaaid. Doordat gebruik is gemaakt van een zaaimachine met 3 centimeter brede kouters, is het mogelijk per rug de zaaihoeveelheid te verdrievoudigen. Omgerekend per hectare kan dan toch de normale hoeveelheid zaaizaad worden gebruikt.
In de bedden van 1,5 meter breed komen de uien 10 tot 12 centimeter hoger te liggen. Elk bed is over de volle breedte losgefreesd en tegelijkertijd met een hydraulische rol aangedrukt om de uien goed bovenin te kunnen zaaien.
Op het land van de Rusthoeve zijn diverse bemestingsproeven te vinden, waarbij UIKC samenwerkt met Plant Health Cure (PHC) en Stoller. Bij een object over plantversterkers wordt het middel Fulvic gebruikt, zodat de ui minder stress heeft tijdens het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen. Ook zorgt het middel voor een betere voedingsopname.
Extra calciumopname
Bij een andere bemestingsproef wordt geëxperimenteerd met de biostimulant ProAct, die moet zorgen voor extra calciumopname en een betere bewaarkwaliteit. PHC ziet dat door ProAct de hardheid vooruitgaat en het calciumgehalte stijgt.
Verder liggen op de proefboerderij objecten met onder andere effectieve fungicideschema’s, druppelirrigatie en niet-kerende grondbewerking.
