Precisietechnieken+inzetten+bij+aardappelmoeheid
Nieuws
© Han Reindsen

Precisietechnieken inzetten bij aardappelmoeheid

De schade door aardappelmoeheid (AM) is te beperken met de juiste toepassingen van granulaat door de inzet van precisietechnieken. Vooral de pH, het organischestofgehalte en het aardappelras bepalen of en hoeveel granulaat nodig is.

Egbert Schepel van het HLB in Wijster gaf hier vorige week woensdag uitleg over. Tijdens een webinar konden belangstellenden kennismaken met de achtergronden en praktische toepassing van innovatieve bodemanalysetechnieken voor bemesting en aaltjesonderzoek.

Akkerbouwers passen precisielandbouw al jaren toe. Bijvoorbeeld bij de verdeling van de aardappelrassen over de percelen houden telers rekening met de ras- en bodemeigenschappen. Het gaat om een vrij grove vorm van precisielandbouw.

Meer data beschikbaar

'De mate van precisie is sterk afhankelijk van de hoeveelheid informatie waarmee je keuzes kunt maken. Vooral door lab- en veldonderzoek zijn er nu meer data beschikbaar. Beheersing van aaltjesschade in zetmeelaardappelen is een goed voorbeeld, waarmee precisielandbouw in allerlei verschillende gradaties mogelijk is', legt Schepel uit.

Organische stof en pH hebben sterke invloed op AM-schade

Egbert Schepel, onderzoeker en adviseur bij HLB

Aaltjesbesmettingen zijn via bemonstering goed vast te stellen. Het aantal monsters per oppervlakte-eenheid bepaalt de mate van precisie van de besmetting. Binnen het perceel kan er ook verschil zijn in pH en organischestofgehalte. Beide bodemeigenschappen hebben invloed op de aaltjesschade. Daarnaast speelt het tolerantiecijfer van de beschikbare aardappelrassen een rol.

Verschillen binnen perceel

Schepel: 'De verschillen binnen een perceel op het gebied van pH en organische stof hebben sterke invloed op de schade door aardappelmoeheid. Daardoor is er een grote kans op verschillen in opbrengst binnen een perceel. We moeten alle kennis combineren voor granulaatadvies bij een bepaald ras.'

Om de gevolgen van de verschillen duidelijk te maken, laat Schepel een perceel zien van 6 hectare met een organischestofgehalte van 3 tot 7 procent, een pH van 4,8 tot 5,5 en een AM-besmetting van 700 tot 7.200 per 200 milliliter. 'Bij het ras Seresta is overal een behandeling met granulaat nodig, in de rij of een halve dosering volvelds', zegt hij.

Festien

Bij het ras Festien is het plaatje anders. Dat heeft te maken met de tolerantie. 'Bij Festien is vooral rijenbehandeling nodig, bij kleine stukken geen behandeling en slechts een enkel stuk volvelds met een halve dosering', legt Schepel uit.

Bij een lagere pH is de schade door aardappelmoeheid lager. Bij sommige zetmeelaardappelrassen is bij een lage besmetting het gebruik van granulaat dan niet nodig. 'Inzet van granulaat reduceert de schade met 60 tot 70 procent. Bij een geringe besmetting is gebruik van granulaat niet nodig. De kosten zijn dan hoger dan de extra opbrengsten.'

Taakkaarten ontwikkelen

Het granulaatadvies per perceelgedeelte kan in een taakkaart worden verwerkt, waardoor strooiers op het juiste moment de goede hoeveelheid granulaat geven. Het HLB kijkt wat de mogelijkheden zijn om zelf taakkaarten te ontwikkelen. 'Als de vraag toe neemt, zullen we ermee aan de slag moeten', zegt Schepel.

Innovatieve bodemanalyse
Precisielandbouw wordt steeds verder ontwikkeld en steeds meer in de praktijk toegepast. In het POP3-project 'Toepassing van innovatieve precisietechniek' krijgen telers in de Veenkoloniën de mogelijkheid om op een praktische en laagdrempelige manier kennis te maken en ervaring op te doen met precisietechnieken. Het POP3-project is een samenwerking tussen Wageningen University & Research, HLB, De Databoerin, Terra MBO, Dronehub GAE en Innovatie Veenkoloniën en krijgt steun vanuit een Europees fonds. 'Met de gezamenlijke kennis willen we boeren verder helpen met de technieken. Met studiegroepen geven we er een praktische invulling aan', zegt Johan Booij van Wageningen University & Research.

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.