Melkveehouders+en+akkerbouwers+gezocht+voor+grasverwaarding
Nieuws
© Grassa

Melkveehouders en akkerbouwers gezocht voor grasverwaarding

'Grassa kan een serieuze gamechanger worden voor de grasteelt in Nederland', stelt algemeen directeur Rieks Smook van Grassa in het Limburgse Venlo. Hij zoekt een locatie en melkveehouders en akkerbouwers die mee willen doen.

Nederlands gras is nu nog grotendeels bestemd voor koeien, de enige die het gewas met hun meerdere magen kunnen verteren. Vee met één maag, zoals varkens, kippen en mensen, kan dat niet. Dat vult de behoefte aan eiwitten op een andere manier in. Als het aan Smook ligt, komt daar verandering in.

De Limburgse start-up experimenteert al een aantal jaren met de bioraffinage van gras. In de proeffabriek in het Limburgse Afferden wordt vers gras verwerkt tot hoogwaardige producten. 'We scheiden verschillende componenten uit gras, omdat ze apart meer waard zijn. Dat biedt veel voordelen: voor het milieu, maar zeker ook voor de boeren', denkt de algemeen directeur van Grassa.

Markt betreden

Het bedrijf is nu zover dat het voorzichtig de markt wil betreden. Daarvoor gaat het op zoek naar melkveehouders en akkerbouwers die mee willen doen. 'We zijn op zoek naar een geschikte locatie in een grasrijk gebied in Nederland', licht Smook toe.

We scheiden verschillende componenten uit gras, omdat ze apart meer waard zijn

Rieks Smook, algemeen directeur Grassa

Grassa wil vers gras ophalen bij boeren. In eerst één fabriek en later misschien meerdere kleine, regionale fabrieken wordt het verse gras eerst gekneusd en geperst, zodat het sap wordt gescheiden van de vezels. De vezels, met een deel van de in het gras aanwezige en voor koeien uitermate geschikte bestendige eiwitten, worden luchtdicht verpakt in balen.

Grassa scheidt bij het raffineren het sap van de vezels. Dit gebeurt eerst in één fabriek en later misschien in meerdere regionale fabrieken.
Grassa scheidt bij het raffineren het sap van de vezels. Dit gebeurt eerst in één fabriek en later misschien in meerdere regionale fabrieken. © Grassa

Deze gaan terug naar de boer. 'We halen uit het aangeleverde gras onder andere suikers en onbestendige eiwitten. Dat zijn ingrediënten die de koe toch al grotendeels verspilt door het als stikstof en fosfaat uit te stoten met de mest', weet Smook.

De boeren krijgen dus feitelijk ontsloten gras terug. Dat voert veel efficiënter dan normaal ingekuild gras. 'We hebben de onbestendige eiwitten eruit gehaald, waardoor de stikstofbenutting ten opzichte van gewoon kuilgras 30 procent beter is. Het product dat boeren in balen terugkrijgen, zorgt voor 30 procent minder ammoniak. Maar ook voor 30 procent minder fosfaat en 15 procent minder methaan. Dat alles zonder dat de melkproductie erop achteruitgaat.'

Eiwitconcentraat

De tweede hoofdstroom die na de graspersing ontstaat, is het sap: eiwitconcentraat dat wel wat weg heeft van een spinaziesmoothie. Met het sap komt een deel van de nutriënten mee, zoals suikers, onbestendige eiwitten en mineralen. Het sap wordt verder verwerkt, onder andere door met verhitting de eiwitten af te scheiden en te concentreren.

Hierdoor ontstaat het tweede eindproduct: een groene koek die maar liefst 50 procent eiwit bevat. 'Dit eindproduct is eetbaar voor mensen, maar de regels zijn zo dat dit nu nog niet mag. Daarom richten we ons met dit product in eerste instantie op de veevoerindustrie', stelt Smook. Hij verwacht binnen nu en vijf jaar ook groen licht voor humane consumptie.

CO2-voetafdruk

Het eiwitconcentraat dat Grassa maakt, kan veel soja vervangen, wat de CO2-voetafdruk fors omlaagbrengt. 'Sterker nog, door het opdelen van het gras en het voeden van zowel koeien als varkens van hetzelfde gras kunnen we anderhalf keer meer monden voeden. Met humane consumptie erbij kunnen we zelfs tweeënhalf keer zoveel monden voeden.'

Kortom, Grassa werkt hard aan de vierkantsverwaarding van gras. Want ook de vloeistof die overblijft, krijgt een bestemming. Het product is misschien wel het beste te vergelijken met de wei die overblijft bij het verwerken van melk tot kaas. Hieruit komt het derde eindproduct: een prebiotische suiker die goed is voor de darmen. 'Een soort van Yakult, maar dan voor dieren en op termijn misschien ook voor mensen', zegt Smook.

Enorme potentie

De vierde stroom die uit het gras komt, is een plantaardige, mineraalrijke meststof. De algemeen directeur van Grassa bestempelt gras daarmee als een ondergewaardeerd gewas met 'enorme potentie'. Verder is er de noodzaak om te komen tot een serieuze verlaging van de stikstof-, fosfaat- en methaanuitstoot. Dat kan met ontsloten gras.

In de proeffabriek in Afferden wordt vers gras verwerkt tot hoogwaardige producten.
In de proeffabriek in Afferden wordt vers gras verwerkt tot hoogwaardige producten. © Grassa

'Tegelijkertijd is de markt op zoek naar een alternatief voor soja. Met gras heb je met graseiwitconcentraat een fantastisch alternatief, want de eiwitopbrengst per hectare ligt 2,5 keer hoger dan van soja. Bijkomend voordeel is dat je gras overal kunt verbouwen. Je hebt dus een geweldig lokaal alternatief voor de import van eiwit in handen, met een 80 procent lagere CO2-footprint en een beter aminozurenprofiel', stelt de ondernemer.

Emissiearme melkstroom

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ziet wel potentie in het project. Smook hoopt dan ook op een faciliterende en stimulerende rol van de overheid. Grassa probeert ondertussen boeren en andere partijen te overtuigen. Zo praat de algemeen directeur met zuivelcoöperaties over eventuele participatie. Een emissiearme melkstroom op basis van 'milieuvriendelijk gras' kan voor zuivelondernemingen interessant zijn.

Grassa hoopt in 2023 te starten met een eerste groep grasboeren rondom een regionale grasraffinagefabriek. Over een concreet businessmodel gaat Smook graag het gesprek aan met boeren. De melkveehouders krijgen uiteraard betaald voor het geleverde graseiwit. Voor de verwerking van gras moet worden betaald.

Directeur Rieks Smook van Grassa: 'Grassa kan een serieuze gamechanger worden voor de grasteelt in Nederland.'
Directeur Rieks Smook van Grassa: 'Grassa kan een serieuze gamechanger worden voor de grasteelt in Nederland.' © Grassa

Een andere mogelijkheid is om het gras kosteloos te raffineren en de winst uit de tweede stroom, de groene eiwitkoek, te delen met boeren. 'Over hoe we het uiteindelijk precies invullen, gaan we graag in gesprek met geïnteresseerde boeren en partijen', besluit de algemeen directeur van Grassa.

'Ontsloten gras helpt bij halen 155 gram ruweiwitratsoen'
In de praktijkpilot 'Koe en Eiwit' gaan 135 melkveehouders met hun voeradviseur aan de slag om te komen tot een rantsoen met 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof. Om aan te sluiten bij ieders specifieke omstandigheden, krijgen de deelnemers individuele begeleiding. Ze draaien daarnaast mee in de elf verschillende praktijkkringen die worden samengesteld op basis van grondsoort en bedrijfsintensiteit. In de praktijkpilot 'Koe en Eiwit' staan voermanagement en rantsoenen centraal. Deelnemers gaan aan de slag met rantsoenoptimalisatie en eiwitverlaging. Er wordt gekeken naar wat wel en niet mogelijk is. Volgens directeur Rieks Smook van Grassa ligt hier een kans voor grasraffinage. 'Dat wordt ontzettend gemakkelijk als je ontsloten gras inzet.' Hij wil graag in contact komen met deelnemende melkveehouders die interesse hebben om te experimenteren met het voeren van ontsloten gras.

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.