Snelkookpan+maakt+van+mest+biokolen
Nieuws
© C-Green

Snelkookpan maakt van mest biokolen

In een proces dat zich laat vergelijken met een snelkookpan, maakt het Zweedse C-Green biokolen uit mest en rioolslib. Die kunnen opgeslagen worden of als brandstof dienen. Maar ze zijn ook prima in te zetten als bodemverbeteraar. De bouw van de eerste installatie in Nederland is in Rotterdam.

C-Green combineert voor het maken van de biokolen twee technieken; natte oxidatie en het HTC-proces (hydrothermische carbonisatie). HTC werd in 1913 ontdekt door de Duitse chemicus Friedrich Bergius.

Het totale proces verloopt in vier stappen en laat zich vergelijken met een snelkookpan. Slib en/of mest wordt onder hoge druk één uur lang op een temperatuur van ruim 230 graden Celsius gekookt. Door de hoge druk laat het gebonden water los van de vaste deeltjes. De deeltjes klonteren samen en zakken naar de bodem.

De deeltjes zijn daarna eenvoudig te scheiden van het water door gebruik van een filterkamerpers. De droge gefilterde fractie uit deze pers zijn de biokolen, ook wel hydrochar of biochar genoemd. Het vrijgekomen water kan hierna via natte oxidatie verwerkt worden.

De warmte en het water van de oxidatie worden weer teruggevoerd naar de HTC-reactor om het inkomende slib te verwarmen. Het proces versterkt zichzelf dus steeds verder tot de bovengrens van 230 graden is bereikt en de druk wordt verlaagd. Er is behalve slib, zuurstof en water amper meer input nodig dan wat elektriciteit voor pompen, kleppen en toebehoren.

Een op vijf

Een standaard C-Green fabriek heeft een capaciteit van 25.000 ton nat slib per jaar. 5 ton nat slib resulteert in 1 ton hydrochar. Het restwater bevat, afhankelijk van de input, stikstof wat afkomstig is uit het slib. Deze stikstof kan met een stripper omgezet worden naar ammoniumsulfaat. Dit restproduct is weer door de industrie te gebruiken bij de vorming tot kunstmest.

De stikstof wordt in de unit opgelost in het uitgaande afvalwater, van waaruit het kan worden teruggewonnen. C-Green stelt dat de techniek de uitstoot van broeikasgassen vermindert zolang het gebruikt wordt als bodemverbeteraar.

Van start in Rotterdam

C-Green gaat nu de eerste installatie in Nederland zetten. Het bedrijf bouwt de eerste unit bij afvalverwerker Reym in Rotterdam.

De allereerste fabriek, de OxyPower HTC, is gebouwd in het Finse Heinola op het terrein van kartonfabriek Stora Enso. De OxyPower HTC die eind 2019 startte,heeft een capaciteit van 18.000 ton nat slib per jaar', vertelt C-Green's oprichter Erik Odén naar aanleiding van de bouw in Rotterdam.

C-Green verwerkt afvalwater of slib uit industrie, huishoudens en de voedselproductie, en daarbij dus ook mest. Slib dat met de huidige manier van verwerken normaliter methaanemissie veroorzaakt met alle milieuschade tot gevolg, is met de techniek van C-Green zonder emissie te verwaarden. Het restproduct, de biokolen, wordt gezien als CO2-neutraal.

Reststof als bodemverbeteraar

Het is een droge en geurloze met koolstof verrijkte vaste fractie, die stapelbaar is en net als kolen zijn te gebruiken. Ze kunnen daarmee dienen als biobrandstof. Maar ze zijn ook in te zetten om het humus- en organischestofgehalte en watervasthoudendvermogen van de bodem te verbeteren. Sommigen zien het als een kans om koolstof opnieuw in de bodem op te slaan.

Het hele proces is op een industriële wijze geïnstalleerd in units met een grote van 40 voets containers. C-Green heeft de ambitie om de units over de hele wereld te verkopen en hanteert daarom een 'one size fits all'-modulair systeem. Dat is makkelijker in productie, transport en installatie. Grote steden kunnen meerdere modules kopen en een groep boerenbedrijven kan het wellicht met een enkele module af, is de gedachte.

Een standaard OxyPower HTC-unit heeft een verwerkingscapaciteit van 25.000 ton nat slib per jaar, vraagt om een oppervlakte van ongeveer 450 vierkante meter en heeft een hoogte van 8 meter. Wereldwijd wordt er in 2030 volgens C-Green totaal 7 miljard ton slib per jaar geproduceerd, waarvan het merendeel mest zou zijn.

Behalve een installatie op het bedrijvencomplex van afvalverwerker Reym in Rotterdam is C-Green ook in gesprek om installaties op te bouwen bij Nederlandse waterzuiveringsbedrijven en partners in België.

Installatie kost 12 miljoen euro

De OxyPower HTC-unit kost 12 miljoen euro. Dat is inclusief het monteren en grondwerk van het terrein. De operationele kosten en onderhoud (Opex) zijn in een rekenvoorbeeld 600.000 euro per jaar. Wie 100 euro per ton slib ontvangt, kan bij het recyclen van 25.000 ton slib een omzet draaien van 2,5 miljoen euro per jaar, rekent C-Green voor. Daarnaast is er nog 5000 ton aan hydrochar te verkopen waarvan het tarief nog onbekend is.

Odén benadrukt dat de verdiensten afhankelijk zijn van de marktwaarde van de restproducten. Die prijs is ook weer afhankelijk van de milieuwetgeving. 'Daarnaast is milieuwinst enorm en voor het klimaat niet in geld uit te drukken.'

Naast de baten en lasten speelt bij dergelijke vindingen ook subsidie een belangrijke rol. Juist Nederland is voor de 'early adaptors' daarmee aantrekkelijk. Ook C-Green heeft al tienduizenden euro's subsidie ontvangen van gemeente Rotterdam.

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.