Effectiviteit insecticiden tegen trips in sierteelt varieert sterk
Potplanten, gerbera's en chrysanten reageren verschillend op acht gewasbeschermingsmiddelen die worden ingezet tegen Californische trips. Dat blijkt uit onderzoek van Vertify in opdracht van Glastuinbouw Nederland.
Het screeningsonderzoek is uitgevoerd met diverse praktijkpopulaties van siertelers. De geteste praktijkpopulaties, afkomstig van onder meer potplanten, gerbera's en chrysanten, reageren verschillend op de geteste gewasbeschermingsmiddelen. Het effectiviteitsverschil ligt tussen 50 en 75 procent. Opmerkelijk is dat ook een natuurlijke stof dezelfde cijfers laat zien.
Het onderzoek is uitgevoerd volgens een internationaal erkend protocol voor resistentieonderzoek. Voorafgaand aan het onderzoek hebben de telers het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per populatie opgegeven. De proef is gedaan in petrischaaltjes, zodat de toepassing uniform kan worden uitgevoerd en alle trips worden geraakt met het gewasbeschermingsmiddel.
Indicatie
Glastuinbouw Nederland plaatst als kanttekening bij het onderzoek dat dit relatief klein van aard is en dat er daardoor geen harde conclusies zijn te trekken. Maar de proef geeft wel een indicatie tussen het type teelt en de effectiviteit. Ook binnen een gewasgroep kunnen de verschillen groot zijn met soms effectiviteitsverschillen tussen 15 en 40 procent.
Volgens de brancheorganisatie is het opmerkelijk dat telers met een hoog effectiviteitspercentage dit resultaat bereikten bij vrijwel alle gewasbeschermingsmiddelen.
Tot slot meldt Glastuinbouw Nederland dat er in het onderzoek geen aantoonbare relatie is gevonden in het opgegeven gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de periode voorafgaand aan dit onderzoek en de effectiviteit.
